Eetstoornis

Wat is een eetstoornis?

Mensen met een eetstoornis hebben een verstoord eetgedrag. Ze eten niet als ze honger hebben, leggen zichzelf strenge dieetregels op die schadelijk zijn voor hun lichaam, of eten in een opwelling grote hoeveelheden - meestal ongezond en calorierijk - voedsel. Alles wat met eten en voedsel te maken heeft, is voor hen beladen. Hun leven wordt beheerst door (de gedachte aan) eten. De meest voorkomende eetstoornissen zijn anorexia nervosa en bulimia nervosa.

  • Iemand met anorexia nervosa is broodmager maar heeft een enorme angst om dik te worden.
  • Iemand met bulimia nervosa heeft regelmatig vreetbuien. Om te voorkomen dat ze zwaarder wordt compenseert ze die vreetbuien door te braken of laxeermiddelen te slikken.
  • Een derde variant is de eetbuitstoornis, ook wel vreetbuistoornis of ‘binge eating disorder’. Deze lijkt op bulimia nervosa, maar dan zonder het schadelijke compensatiegedrag, zoals braken en gebruik van laxeermiddelen.

Hoe vaak komt het voor? En bij wie?

Anorexia nervosa en bulimia nervosa komen veel voor. We schatten dat anorexia nervosa en bulimia nervosa bij ongeveer 2% van de jonge vrouwen voorkomt. Lichtere vormen van eetstoornissen, zoals de eetbuistoornis, komen waarschijnlijk nog vaker voor. De ziekte begint meestal in of vlak na de puberteit.
De stoornissen komen vooral bij vrouwen voor. Eén op de tien tot twintig patiënten is een man.

Oorzaken

Over de oorzaken van anorexia nervosa en bulimia nervosa is nog maar weinig bekend. We vermoeden dat biologische, sociale en psychologische factoren van invloed kunnen zijn. Er zijn aanwijzingen dat erfelijkheid een rol speelt. Ook kunnen ernstige traumatische ervaringen in de jeugd, zoals incest, eetproblemen veroorzaken. Vroeger werd wel gedacht dat de oorzaak of ‘schuld’ lag bij ouders of opvoeding. Daar is men op teruggekomen.

In onze maatschappij geldt de norm ‘slank is mooi’. Dat legt een grote druk op vrouwen die aan dit ideaalbeeld willen voldoen. In westerse landen hebben de meeste vrouwen wel eens aan de lijn gedaan. Anorexia nervosa begint vaak met gewoon lijnen bij een normaal gewicht.

Behandeling

De behandeling bestaat uit verschillende onderdelen en verloopt in fasen.
In de eerste stap moeten jij en je familie goede voorlichting te krijgen over de ziekte. Aan de ene kant moeten de meest urgente problemen worden opgelost door je normale eetpatroon weer te herstellen. Daarbij besteedt de arts of therapeut ook aandacht aan het verstoorde beeld dat je hebt van je lichaam. Aan de andere kant moet je op zoek naar manieren waarmee je om kunt gaan met spanningen, onzekerheden en verdriet.
Bij ernstige ondervoeding voelen patiënten weinig of weten ze niet wat ze voelen. Pas als je weer in een redelijke lichamelijke conditie bent, kan je met psychotherapie beginnen. De meest toegepaste vormen van psychotherapie zijn cognitieve gedragstherapie, gezinstherapie en groepstherapie. Vooral cognitieve gedragstherapie blijkt volgens wetenschappelijk onderzoek zeer succesvol bij met name bulimia nervosa en de eetbuistoornis.

  • Cognitieve gedragstherapie richt zich vooral op het eetgedrag. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan de onderliggende emoties en gedachten. Zo vergroot je je inzicht in je ziekte. Vaak stelt de gedragstherapeut concrete doelen die je binnen een bepaalde tijdsperiode moet bereiken. Tijdens de behandeling moet je probleemgebieden aangeven en praktische stappen noemen om hierin verandering te brengen. Voorbeelden van probleemgebieden zijn eetgedrag, je beeld van jezelf en relaties.
  • Gezinstherapie is vooral geschikt voor jonge patiënten die nog bij hun ouders wonen en bij wie de ziekte nog maar kort bestaat. De therapie wordt in veel gevallen gecombineerd met individuele therapie voor de patiënt.
  • Groepstherapie is vooral voor bulimia patiënten geschikt. Je voelt je door de symptomen vaak geïsoleerd. Het praten in een groep met medepatiënten helpt dan veel. Het leidt soms al snel tot een vermindering van het aantal vreetbuien. Het blijkt dat patiënten vaak meer openstaan voor uitleg en kritiek van andere groepsleden dan van de therapeut. Omdat de andere patiënten het eetprobleem zelf aan den lijve ondervinden, durven zij ondanks hun schaamte elkaars problemen en gedrag eerder te bespreken. Met andere woorden: de kracht van het groepsproces kan genezend werken. Daarnaast is de groep een veilige plek om nieuwe sociale rollen te oefenen. Je kunt hier in een veilige omgeving oefenen in het uiten van kritiek en het uitkomen voor je eigen meningen.
  • Behandeling met medicijnen: voor anorexia nervosa zijn er op dit moment geen effectieve medicijnen bekend. Sommige antidepressiva hebben op de korte termijn een gunstig effect bij de behandeling van bulimia nervosa. Het heeft wel de voorkeur om een eventuele behandeling met antidepressiva te combineren met psychotherapie.
naar overzichtNaar onze werkwijze